Hoe langer je als vader wacht met het krijgen van kinderen, hoe meer mutaties je ze meegeeft als het er toch nog van komt. En een deel daarvan is schadelijk. Dit blijkt uit een Deens/IJslands onderzoek, gepubliceerd in het tijdschrift Nature.
Wetenschap24 geeft de volgende beeldende beschrijving van het onderzoek:
Als man kun je maar beter niet al te laat aan kinderen beginnen. Je kinderen hebben dan een grotere kans op gezondheidsproblemen, en scoren lager op intelligentietests. En dan laten we de gebroken nachten, die er op je veertigste flink harder inhakken dan op je vijfentwintigste, nog maar even buiten beschouwing. Weliswaar geef je kinderen een pakketje genen mee die een verjongingskuur hebben ondergaan, het is zeer de vraag of dat opweegt tegen de nadelen. Nieuw onderzoek brengt andermaal een nadeel van laat vaderschap aan het licht: meer mutaties in het genetisch materiaal van het kind, met de bijbehorende gezondheidsrisico's.
Het gaat hier om zogenoemde de novo mutaties, schrijft een aantal IJslandse onderzoekers in Nature. Dat zijn veranderingen in het genetisch materiaal die zich tijdens het leven van de vader hebben voorgedaan. Mutaties die hij van zijn ouders heeft geërfd, zijn dus niet meegeteld. Kinderen van oudere vaders hebben gemiddeld meer nieuwe mutaties in hun genetisch materiaal. Een twintigjarige vader geeft er ongeveer 25 door, een veertigjarige zo'n 65. Het aantal dat een vader doorgeeft verdubbelt elke 16,5 jaar.
Kopieerfoutjes
De moeder daarentegen geeft gemiddeld ongeveer vijftien de novo mutaties door, onafhankelijk van haar leeftijd. Dat heeft er mee te maken dat mannen, in tegenstelling tot vrouwen, gedurende hun hele leven steeds opnieuw geslachtscellen maken. Die maken dus veel meer celdelingen door, en mutaties zijn in essentie kleine kopieerfoutjes tijdens de celdeling.
Uit eerder onderzoek is gebleken dat ongeveer 10 procent van die mutaties een schadelijk effect kan hebben. Ze geven – meestal niet afzonderlijk, maar wel in bepaalde combinaties - een verhoogd risico op aandoeningen als schizofrenie en autisme. Het IJslandse onderzoek bevestigt dit: de oudere vaders hadden duidelijk vaker een kind met autisme of schizofrenie.
Zaad invriezen?
Moet elke man dan op zijn twintigste zijn zaad laten invriezen, zodat hij dat kan gebruiken als hij latere leeftijd kinderen wil? In een commentaar in Nature oppert geneticus Alexey Kondrashov dat dit wel eens een goed idee zou kunnen zijn. Als toekomstig onderzoek de IJslandse resultaten bevestigt, dan geven mannen hun nageslacht op die manier een kleinere kans op allerlei aandoeningen.
Tegelijkertijd zijn mutaties van groot belang voor de evolutie van de mens. Hoe meer variatie er in het genetisch materiaal van een soort zit, hoe groter de kans dat er een geschikte variant tussenzit als omstandigheden veranderen. Natuurlijke selectie heeft dan meer ruw materiaal om mee aan de slag te gaan. Maar het is natuurlijk de vraag hoeveel individuele vaders zich door dat argument laten overtuigen. Voor de gemiddelde ouders is er weinig belangrijker dan de gezondheid van hun kinderen, en daar zijn goede evolutionaire redenen voor.
Meer info:
- Bron: bovenstaande beschrijving is overgenomen van Wetenschap24 (22 augustus 2012, Bouwe van Straten)
- Artikel "Rate of de novo mutations and the importance of father's age to disease risk" in Nature 488, augustus 2012