Als in een IVF-cyclus 15 eicellen rijpen, geeft dat de meeste kans op de geboorte van een baby. Dit blijkt uit een analyse van ruim 400.000 IVF cycli in het Verenigd Koninkrijk.
Uit de analyse bleek dat een toename van het aantal rijpe eicellen tot aan 15 eicellen gepaard ging met een grotere kans op een levendgeboren kind; vanaf 20 rijpe eicellen nam de kans duidelijk af. De kans op hyperstimulatie van de eierstokken neemt bij meer dan 20 rijpe eicellen beduidend toe. Volgens de onderzoekers zou een standaardstimulatie moeten streven naar 10 tot 15 rijpe eicellen per IVF-cyclus.
De onderzoekers hebben ook de relatie met de leeftijd van de vrouw gelegd. Op basis van de gegevens (uit 2006 en 2007) hebben vrouwen bij wie 15 eicellen weggehaald zijn, 40% kans op een levend kindje als ze tussen 18 en 34 jaar zijn; bij vrouwen van 35-37 jaar is dat 36%, bij 38-39 jaar 27% en bij vrouwen van 40 jaar of ouder 16%.
Bij hun berekeningen hebben de onderzoekers alleen het effect van de eerste terugplaatsing meegenomen. Nieuw onderzoek moet uitwijzen hoe het cumulatieve effect van opeenvolgende terugplaatsingen is: een groter aantal rijpe eicellen kan immers leiden tot meer bevruchtingen, die deels via cryotherapie in een latere cyclus teruggeplaatst kunnen worden.
Links:
- Samenvatting op ScienceDaily (13 mei 2011)
- Artikel "Association between the number of eggs and live birth in IVF treatment: an analysis of 400.135 treatment cyclus", Human Reproduction, 2011